maandag 8 december 2014

Vogeltje

Vogeltje

Vogeltje, ik zal je temmen.
Je hoeft me niet te temmen. Ik ben niet wild.
Waarom vlieg je dan zo op vogeltje?
Waarom ga je zo tekeer?
Ik ben niet wild. Ik ben schuw.
O, wijze man, weet je dan niet............?
Ik ben geen wijze man, ik ben je......
Weet je dan niet, dat schuwe vogeltjes
bang zijn voor zichzelf?
Voor hun hart, dat ze kwetsbaar maakt?
Voor wat ze niet willen weten en toch weten?
Maar ik wil je niet kwetsen, vogeltje?
Ik wil je lokken met lieve woordjes?
Dan zal ik wegvliegen.
Wat moet ik doen?
Je moet me niet temmen.
Je moet niets van me willen.
Je mond mag geen kooi zijn,
je ogen geen tralies,
je handen geen vangnet.
Mag ik dan niets doen vogeltje?
Ik heb toch het beste met je voor.
Zeg niet voortdurend vogeltje, vogeltje.
Je mag me niet zo aankijken.
Je mag niet zo bezxorgd om me zijn.
Maar ik ben bezorgd v..............
Als ik kom, doe dan gewoon.
Alsof je helemaal niet op me had zitten wachten.
Danzal ik weten, dat je me niet wil vangen.
Als ik op je hand kan zitten, mag je me niet strelen.
Ik moet eerst wennen aan je hand.
Als ik wegvlieg, mag je me niet aankijken.
Je mag geen voedsel voor me strooien.
Ik pik al lang de kruimels die uit je hand vallen,
zonder dat je daar erg in hebt.
Soms zal ik wegblijven, dagenlang misschien.
Je zult niet weten waarom!
Zeg het me, zeg me waarom..........
Als ik dat kon zeggen,
hoefde ik toch niet weg te blijven?
Maar je komt terug?
Dat zie je wel.
Maar als ik kom,
lok me dan niet met de liedjes van je mond,
met het brood in je hand,
met het licht en donker van je ogen.
Dan kom je misschien niet?
Dat moest jij toch weten, wijze man.
En zeg niets, tot ik je kom vragen
naar de woorden uit je mond.
Doe niets tot ik kom eten uit je hand.
Wacht tot ik vanzelf mijn nest zoek in je ogen.
Dan mag je roepen: VOGELTJE!!!!!!!!!!!
En ik zal er zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten