maandag 21 april 2014

De vriendschap van de ekster en de slang

De vriendschap van de ekster en de slang

Een slang en een ekster waren zo goed met elkaar bevriend dat ze elkaar als familieleden beschouwden: de slang sprak de ekster aan als 'zuster' en de ekster noemde de slang 'oom'.

Op een zekere dag werd de slang door een mens in twee stukken gehakt zodat hij stierf. Toen de ekster dat zag was ze diep bedroefd. Ze vloog naar de Hemelrivier* en haalde daar een kluit leem waarmee ze de slang weer aan elkaar lijmde. Ze vloog nogmaals naar de Hemelrivier en haalde daar een bek vol water, dat ze over de wond sprenkelde. De slang kwam weer tot leven en zijn wond was genezen. De slang zei: "Zuster, o zuster, je hebt mijn leven gered. Uit dankbaarheid zal ik nu op je huis passen."

De ekster antwoordde: "Dat komt goed uit! Oom, wanneer jij op je drie kleine neefjes let, kan ik gerust zijn." De ekster droeg de slang in haar bek naar haar nest en zei tegen haar drie jongen: "Schatjes van me, hier is jullie oom." De ekster vloog weer weg om voedsel te zoeken. In haar huis slokte de slang in drie happen de eksterjongen naar binnen en daarna deed hij net alsof hij sliep. Na een poosje kwam de ekster terug met voedsel voor haar jongen. Ze had haar nest nog niet bereikt of ze zag dat haar drie jongen waren verdwenen. De ekster wekte de slang en riep: "Oom, o oom, waar zijn mijn drie jongen gebleven?" De slang antwoordde: "Ik ben zeker even in slaap gesukkeld. Ach, waar zijn mijn neefjes gebleven?"

De ekster vloog rond en rond door de lucht, riep maar en riep maar, op zoek naar haar jongen, maar ze waren nergens te vinden! Daarna kwam ze terug naar haar nest en begon te wenen. De slang zei: "Zuster, o zuster, wees toch niet zo bedroefd! Wanneer je later weer jongen hebt zal ik daar echt heel goed op passen."

De ekster keek de slang eens aan en zag aan zijn bek een donsveertje en bij haar tweede blik zag ze dat de maag van de slang sterk gezwollen was en hevig bewoog. De ekster zei: "Oom, o oom, ik heb het geneesmiddel op je wond nog niet vervangen!" De slang antwoordde: "Geen wonder dat mijn maag zo'n pijn doet dat hij lijkt te zullen barsten." De ekster zei: "Dan ga ik het geneesmiddel halen!"

De ekster vloog naar een berg en op een steen wette ze haar klauwen tot ze messcherp waren. Toen spreidde ze haar vleugels en vloog terug. De ekster zei: "Oom, o oom, doe je ogen even dicht dan zal ik het geneesmiddel vervangen!"

De slang sloot zijn ogen en de ekster riste met één haal van haar klauwen de slangemaag open zodat de drie eksterjongen achter elkaar naar buiten sprongen. De ekster nam de slang in haar bek, vloog naar een hoogte van duizenden meters en liet toen de slang naar beneden vallen. De slang smakte dood. De ekster vloog terug naar huis en onbekommerd voerde ze haar jongen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten